De Raad van State heeft een einduitspraak gedaan die de positie van de Gemeente Emmen versterkt en ondernemer Mans Otter in een lastige positie plaatst. Het geschil draait om het bedrijfspand van Otter op industrieterrein De Tweeling in Veenoord, waar de gemeente detailhandel niet toestaat vanwege ruimtelijke ordeningskeuzes die concentratie van detailhandel in stads- en dorpscentra beogen.
Ondanks Otter’s argumenten over vermeende inconsistenties in het gemeentebeleid, heeft de hoogste bestuursrechter de positie van de gemeente bevestigd, waarbij werd aangegeven dat er slechts beperkte uitzonderingen worden gemaakt voor specifieke omstandigheden zoals oude rechten.
Hoewel de gemeente oppert dat bepaalde vormen van bedrijvigheid zoals een kleinschalige fietsenwinkel of een autobedrijf met reparaties mogelijk zouden zijn, blijft Otter geconfronteerd worden met de uitdaging van de onverhuurbaarheid van zijn pand. Dit werpt serieuze vragen op over de flexibiliteit en consistentie van het gemeentelijk beleid, evenals over de levensvatbaarheid van bedrijfsactiviteiten op De Tweeling.
Otter staat voor de taak om in gesprek te gaan met de gemeente om tot een oplossing te komen die zowel zijn zakelijke belangen dient als voldoet aan de geldende regelgeving en beleidsdoelen. De uitspraak van de Raad van State legt de druk op Otter om creatieve en haalbare oplossingen te vinden binnen de beperkingen van het huidige juridische kader en de visie van de gemeente.