De Strijd om Verkeersveiligheid en Landbouwgrond langs de Gelpenberg

De aanleg van een fietspad langs de Gelpenberg tussen Aalden en Witteveen heeft groen licht gekregen van de Raad van State. Deze uitspraak komt na een periode van juridisch getouwtrek tussen de gemeente Coevorden en twee melkveehouders die bezwaar maakten tegen het plan. De bezwaren van de agrariërs draaien om het verlies van 1.300 vierkante meter landbouwgrond, die volgens hen onnodig is voor de aanleg van het fietspad.

Gemeente versus Agrariërs

De agrariërs stellen dat het fietspad beter aan de noordkant van de Gelpenberg kan worden aangelegd, of ten noorden van het recreatiepark Aelderholt, waardoor hun landbouwgrond behouden zou blijven. De gemeente Coevorden heeft dit voorstel afgewezen, omdat het fietspad in dat geval door diverse voortuinen van woningen zou moeten lopen en vakantie-ondernemer Landal geen bos wil kappen voor het fietspad. Volgens de Raad van State is de noordelijke route inderdaad ongunstiger, en heeft de gemeente voldoende aangetoond dat er behoefte is aan een vrijliggend fietspad aan de zuidkant.

De Argumenten van de Gemeente

De gemeente Coevorden argumenteert dat verkeersveiligheid en de behoefte aan een vrijliggend fietspad zwaarder wegen dan het behoud van een relatief klein stuk landbouwgrond. Verkeerstellingen hebben aangetoond dat er een significante behoefte is aan het fietspad, en het huidige plan wordt gezien als de meest praktische en minst ingrijpende oplossing voor alle betrokkenen, op een paar na. De Raad van State steunt deze visie en acht het zeer onwaarschijnlijk dat de uiteindelijke uitspraak in de bodemzaak, verwacht later dit jaar of begin volgend jaar, de plannen nog zal wijzigen.

Afnemend Verzet en Beperkte Inspraak

Interessant is dat het aanvankelijke verzet tegen de aanleg van het fietspad breder was: drie veehouders maakten bezwaar, waarvan er nu nog twee over zijn. De afwezigen in de rechtszaal geven aan zich genegeerd te voelen door de gemeente, die volgens hen nauwelijks met hen heeft gesproken terwijl er wel uitgebreid overleg is geweest met andere betrokken partijen. De gemeente betwist dit en stelt dat er wel degelijk met alle bewoners en grondeigenaren is gesproken.

De Mogelijke Gevolgen

De bezwaarmakers vestigen hun hoop nu op de bodemzaak. Ze hopen dat de rechter de plannen opnieuw overweegt en mogelijk terugstuurt naar de tekentafel. De mogelijkheid van onteigening hangt als een zwaard van Damocles boven hun hoofden. Martin Snoeijing, één van de bezwaarmakers, benadrukt dat onteigening een “zwaar middel” is en blijft geloven dat een alternatieve route mogelijk is. Hij betoogt dat er aan de noordkant voldoende ruimte is zonder inbreuk te maken op particuliere voortuinen, en dat een fietspad aan de zuidkant bovendien voor onlogische verkeerssituaties zorgt, zoals het oversteken bij het vakantiepark Landal.

Conclusie

De strijd om het fietspad langs de Gelpenberg is een microkosmos van een bredere discussie over de balans tussen verkeersveiligheid en agrarisch grondgebruik. Terwijl de gemeente Coevorden en de Raad van State de voordelen van een veilig fietspad benadrukken, voelen de agrariërs zich in de steek gelaten en geconfronteerd met onteigening. Deze kwestie roept belangrijke vragen op over inspraak, eigendomsrechten, en de manier waarop infrastructuurprojecten worden gepland en uitgevoerd. De definitieve uitspraak in de bodemzaak zal wellicht een definitief oordeel vellen, maar de spanning tussen verkeersveiligheid en behoud van landbouwgrond zal blijven bestaan.

Loading

Related Post