Het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, in samenwerking met drie andere ministeries, heeft zes regio’s aangewezen voor grootschalige nieuwbouw na 2030. Minister Hugo de Jonge benadrukt dat het tot wel tien jaar kan duren voordat nieuwe wijken gerealiseerd zijn. “We kunnen niet allemaal op een kluitje in de Randstad wonen,” aldus de minister.
Kritische beschouwing:
Het besluit om grootschalige woningbouw te verplaatsen naar de oostelijke, noordelijke en zuidelijke regio’s van Nederland roept verschillende vragen en zorgen op. De aangewezen gebieden zijn onder andere Twente, de Stedendriehoek, de Brabantse Stedenrij, en de regio’s Groningen-Assen en Limburg. Hoewel de noodzaak voor woningbouw buiten de Randstad evident is, brengt deze strategie ook complexe uitdagingen met zich mee.
Onvoldoende Voorbereiding en Planning
Minister De Jonge gaf aan dat er bij zijn aantreden geen grote bouwlocaties waren aangewezen, maar inmiddels zijn er 56 locaties geïdentificeerd waar 600.000 woningen kunnen worden gebouwd. Deze versnelling lijkt echter meer op een noodgreep dan op een doordachte, lange termijn planning. De vraag is of deze bouwlocaties daadwerkelijk op tijd en binnen budget gerealiseerd kunnen worden, gezien de complexe regelgeving en de vaak lange doorlooptijden van dergelijke projecten.
Infrastructurele Achterstand
De minister benadrukt dat ruimtelijke en infrastructurele keuzes hand in hand moeten gaan, met specifieke verwijzingen naar de Lelylijn en de Nedersaksenlijn. Echter, de daadwerkelijke financiering en realisatie van deze infrastructuurprojecten blijven onzeker. Zonder solide infrastructurele ondersteuning dreigt de woningbouw in deze regio’s geïsoleerde woongemeenschappen te creëren, zonder adequate werkgelegenheid en voorzieningen.
Economische Realiteit
Hoewel De Jonge spreekt over de economische potentie van regio’s zoals Twente, is het de vraag of deze potentie voldoende is onderzocht en of de economische groei van deze regio’s daadwerkelijk gerealiseerd kan worden. De aantrekkingskracht van de Randstad, met haar geconcentreerde werkgelegenheid, cultuur en voorzieningen, blijft onverminderd sterk. Mensen verhuizen niet zomaar; er moet een significante economische drijfveer zijn, die mogelijk nog niet voldoende aanwezig is in de aangewezen regio’s.
Juridische Complexiteit
De nieuwe wet Versterking regie volkshuisvesting moet het aanwijzen van woningbouwlocaties eenvoudiger maken, maar de ervaring leert dat dergelijke wetswijzigingen vaak gepaard gaan met juridische en bureaucratische obstakels. Het is te verwachten dat lokale overheden en bewoners weerstand zullen bieden, wat de voortgang verder kan vertragen.
Conclusie
Hoewel de intentie van De Jonge om de woningnood aan te pakken buiten de Randstad prijzenswaardig is, is er behoefte aan een gedegen en haalbaar plan dat de realiteit van economische, infrastructurele en juridische uitdagingen erkent. Zonder een holistische benadering dreigen de plannen van de minister vast te lopen in een doolhof van goedbedoelde maar onuitvoerbare beleidsvoornemens. Nederland moet als geheel benut worden, maar dit vereist meer dan alleen het aanwijzen van bouwlocaties; het vraagt om een geïntegreerde en realistische visie op wonen, werken en leven.