De treinverbinding tussen Hengelo en het Duitse Bielefeld gaat de belastingbetaler in Overijssel meer geld kosten. Door de vele treinuitval, tegenvallende reizigersaantallen en gestegen kosten voor stroom en personeel, moeten er miljoenen bij om de verbinding overeind te houden. Deze situatie roept de vraag op of de Wunderline en Vechtdallijn eenzelfde lot beschoren is.
Hoge kosten, lage opbrengsten
De directe trein tussen Hengelo en Bielefeld, die sinds 2017 rijdt, moest de gedroomde opvolger worden van de Grensland Express. De werkelijkheid bleek echter minder rooskleurig. De afgelopen jaren kampte de verbinding met aanzienlijke problemen, waaronder momenten waarop tot 40 procent van de treinen uitviel. Deze problemen hebben ertoe geleid dat reizigers wegbleven, wat een negatieve spiraal veroorzaakte.
Momenteel kost de zogenaamde Bielefeldtrein de provincie Overijssel al 1,6 miljoen euro per jaar. Om de verbinding tot 2032 te handhaven, blijkt er echter nog eens minimaal één miljoen euro per jaar extra nodig te zijn. Voor de komende jaren betekent dit zo’n 7,5 miljoen euro extra aan gemeenschapsgeld. Dit roept de vraag op of dit financiële plaatje een voorbode is voor andere grensoverschrijdende treinprojecten zoals de Wunderline en de Vechtdallijn.
De belangrijkste reden voor de extra kosten is de toename van de exploitatiekosten. “Kosten voor met name stroom en personeel zijn in Duitsland sterk gestegen”, aldus een woordvoerder van de provincie Overijssel. Daarnaast speelt mee dat er tijdens de coronaperiode in 2020 en 2021 amper werd gereisd, waardoor de opbrengsten lange tijd tegenvielen. Ook de goedkope abonnementen in Duitsland dragen niet bij aan de winstgevendheid. Dagelijks steken zo’n 400 tot 500 reizigers de grens over met de Bielefeldtrein, maar zij maken veelal gebruik van het voordelige ‘Deutschlandticket’, waarmee ze voor 49 euro per maand onbeperkt door Duitsland kunnen reizen. “Dat zorgt voor lagere reizigersopbrengsten”, legt de woordvoerder uit.
De treinuitval op het traject tussen Hengelo en Bielefeld is volgens de provincie inmiddels flink verminderd. Echter, de financiële problemen blijven bestaan en vormen een zorgwekkend teken voor andere grensoverschrijdende treinprojecten.
Wunderline en Vechtdallijn: Wat kunnen we verwachten?
De Wunderline, een toekomstige treinverbinding tussen Groningen en Bremen, en de Vechtdallijn, die Zwolle met Emmen verbindt, staan nog in de kinderschoenen of zijn in ontwikkeling. Toch kunnen de problemen van de Bielefeldtrein als een waarschuwingssignaal dienen.
- Stijgende exploitatiekosten: Net als bij de Bielefeldtrein kunnen ook de Wunderline en Vechtdallijn te maken krijgen met stijgende kosten voor energie en personeel. Deze kosten kunnen een significant deel van het budget opslokken en de financiële duurzaamheid van de projecten bedreigen.
- Reizigersaantallen en -opbrengsten: De verwachting van hoge reizigersaantallen is vaak een belangrijke rechtvaardiging voor investeringen in nieuwe treinverbindingen. Echter, zoals de Bielefeldtrein heeft aangetoond, kunnen tegenvallende reizigersaantallen en het gebruik van goedkope abonnementen de opbrengsten drastisch verlagen.
- Onvoorziene omstandigheden: De coronapandemie heeft duidelijk gemaakt dat onvoorziene omstandigheden een grote impact kunnen hebben op de rentabiliteit van openbaar vervoersprojecten. Hoewel dergelijke gebeurtenissen moeilijk te voorspellen zijn, moeten toekomstige projecten robuust genoeg zijn om dergelijke schokken te weerstaan.
Conclusie
De problemen bij de treinverbinding tussen Hengelo en Bielefeld werpen een schaduw over de toekomst van vergelijkbare projecten zoals de Wunderline en de Vechtdallijn. Terwijl de ambitie om grensoverschrijdend treinverkeer te verbeteren lovenswaardig is, tonen de huidige financiële uitdagingen aan dat een kritische evaluatie van kosten, opbrengsten en risico’s noodzakelijk is. Het is essentieel om lessen te trekken uit de ervaringen met de Bielefeldtrein om te voorkomen dat andere projecten dezelfde financiële valkuilen tegenkomen.